Saul, Samuël en God

1 Samuel 13:1-14

1 Saul was nu al meer dan een jaar koning. In zijn tweede regeringsjaar

2 koos hij 3.000 mannen uit als speciale troepen. Hij nam 2.000 mannen mee naar Michmas en het gebergte bij Betel. De andere 1.000 bleven onder bevel van Sauls zoon Jonathan bij Gibea in het land van Benjamin. De rest van het leger werd naar huis gestuurd.

3-4 Jonathan viel het Filistijnse garnizoen bij Geba aan en vernietigde het. Dat nieuws ging als een lopend vuurtje door het Filistijnse land en Saul liet de bazuinblazers het nieuws door heel Israël verspreiden. Hij maakte bekend dat hij het Filistijnse garnizoen had vernietigd en waarschuwde dat de Filistijnen uit woede wraak zouden nemen. Zo werd het hele Israëlitische leger opnieuw gemobiliseerd en verzamelde het zich bij Gilgal.

5 De Filistijnen brachten een machtig leger op de been met 3.000 strijdwagens, 6.000 ruiters en een ontelbaar aantal soldaten. Zij verzamelden zich bij Michmas, ten oosten van Bet-Aven.

6 Toen de mannen van Israël die enorme troepenmacht tegenover zich zagen, raakten zij in paniek en zochten een veilig heenkomen in grotten, dicht struikgewas en onder rotsen, ja, zelfs in rotsgraven en putten.

7 Enkelen staken de Jordaan over en ontkwamen naar het land van Gad en Gilead. Ondertussen bleef Saul in Gilgal en de mannen die bij hem waren, beefden van angst voor wat hun te wachten stond.

Samuel had Saul eerder gezegd dat hij 7 dagen op zijn komst moest wachten. Maar toen hij niet kwam opdagen en Sauls leger steeds verder slonk,

besloot Saul het brandoffer en de vredeoffers zelf te brengen.

10 Net toen hij het brandoffer had gebracht, verscheen Samuel. Saul ging hem tegemoet om hem te begroeten.

11 Maar Samuel vroeg: ‘Wat hebt u nu gedaan?’ Saul antwoordde: ‘Ik zag dat steeds meer mannen mij in de steek lieten en dat u later arriveerde dan u had gezegd. En ondertussen liggen de Filistijnen al bij Michmas en ze zijn klaar om aan te vallen.

12 Ik dacht bij mijzelf: de Filistijnen zijn klaar voor de strijd en ik heb nog niet eens de hulp van de Here gevraagd! Toen voelde ik mij gedwongen het brandoffer te brengen zonder op u te wachten.’

13 ‘U hebt dwaas gehandeld!’ viel Samuel uit. ‘U bent ongehoorzaam geweest aan het gebod van de Here, uw God. Hij was van plan uw koningschap voorgoed op uw nakomelingen te laten overgaan,

14 maar nu zal er voortijdig een eind aan komen. Want de Here wil alleen een man die Hem gehoorzaamt. Hij heeft die man naar zijn hart al gevonden en hem benoemd tot koning over zijn volk, want u hebt het gebod van de Here niet gehoorzaamd.’

---

God was van plan Sauls koningschap te bevestigen en voorgoed aan zijn nakomelingen te geven. Wow! Waarom wacht Saul niet op Samuel, de profeet? Waar ging het mis met Saul?

Het ging mis bij Saul in v.12, “… ik dacht bij mijzelf … ”

Als wij gaan denken (vanuit de ziel) kan het verkeerd aflopen, zoals met Saul.

Niet onbelangrijk: Wist je dat Saul de Heilige Geest had ontvangen om Gods taken uit te voeren?

 

Toen nam Samuel een olieflesje, goot het op zijn hoofd, kuste hem en zeide: Is het niet omdat de Here u gezalfd heeft tot aanvoerder over zijn erfdeel? - 1 Sam 10:1

 

Weet je ook dat na deze voorvallen, God Zijn Heilige Geest bij hem wegnam?

 

Maar de Geest van de Heer ging weg van Saul en een boze geest van de Heer maakte hem onrustig. - 1 Sam 16:14

 

Als wij gaan "denken", handelen we vanuit onze ziel en daarmee kun je de Heilige Geest pijn doen. Daarnaast hebben wij niet alle wijsheid in pacht, ook al zou je alle boeken van de wereld gelezen hebben.

Wij, die de Heilige Geest hebben ontvangen, moeten de Heilige Geest vragen om Zijn Woord de Bijbel te openbaren.

Alle Schrift is van God ingeademd en nuttig om te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te leiden in de rechtvaardigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, toegerust tot alle goed werk. - 2Tim 3:16-17

Maak niet dezelfde fout als Saul!

---

Nu, die actie van Saul, was in Gods ogen een actie van ongehoorzaamheid.

Wij zijn dus ook ongehoorzaam wanneer wij “als God willen optreden”, goed bedoeld, maar fout in de ogen van God (door zelf in actie te komen terwijl God dat niet gevraagd heeft).

---

Uit dit verhaal kunnen we ook leren dat we niet zomaar een bediening van een ander zomaar moeten overnemen. Met name de vijfvoudige bediening, Apostel, Profeet, Evangelist, Herder of Leraar. (Efeze 4:11)


                                                                                                                  ---

Het verhaal over Saul en hoe hij afgleed van 'God gaf hem een ander hart' (1 Samuel 10:9) naar iemand die een waarzegster raadpleegde (1 Samuel 28:7-8), is ook een grote waarschuwing over hoe het bergaf kan gaan met een kind van God! 

Het woord 'Wees waakzaam' (zie Kolossenzen 4:2, 1 Korintiërs 16:13, Mattheüs 24:42, 1 Petrus 5:8, Efeziërs 6:18, 1 Petrus 1:13, 1 Tessalonicenzen 5:6; allemaal teksten uit het Nieuwe Testament !) blijft van kracht, ook voor een christen, al is er genade!


 

 

 

©Auteursrecht. Alle rechten voorbehouden.

We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden

Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.